SV | Dezen zijn het, die tot Farao, den koning van Egypte, spraken, opdat zij de kinderen Israels uit Egypte leidden; dit is Mozes en Aaron. |
WLC | הֵ֗ם הַֽמְדַבְּרִים֙ אֶל־פַּרְעֹ֣ה מֶֽלֶךְ־מִצְרַ֔יִם לְהֹוצִ֥יא אֶת־בְּנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֖ל מִמִּצְרָ֑יִם ה֥וּא מֹשֶׁ֖ה וְאַהֲרֹֽן׃ |
Trans. | 6:27 hēm haməḏabərîm ’el-parə‘ōh meleḵə-miṣərayim ləhwōṣî’ ’eṯ-bənê-yiśərā’ēl mimmiṣərāyim hû’ mōšeh wə’ahărōn: |
Dezen zijn het, die tot Farao, den koning van Egypte, spraken, opdat zij de kinderen Israels uit Egypte leidden; dit is Mozes en Aaron.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Dezen zijn het, die tot Farao, den koning van Egypte, spraken, opdat zij de kinderen Israëls uit Egypte leidden; dit is Mozes en Aaron.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!